Begrotingstabel ontvangsten
Horizontale structuur = rijen
De ontvangsten zijn gerangschikt per basisallocatie in oplopende volgorde van nummering.
Bij elke basisallocatie hoort een verantwoording m.b.t. de geraamde bedragen.
Er worden totalen gemaakt: per activiteit, per programma, per opdracht en economische code.
Verticale structuur = kolommen
Een begrotingstabel bevat 7 tot 9 kolommen, naargelang van de begrotingsronde.
Kolom 1 = Basisallocatie
De afkortingen: O. P. A. VN. EC. staan voor de structuur van een basisallocatie.
- O. = opdracht
- P. = programma
- A. = activiteit
- VN. = volgnummer
- EC. = economische code
Kolom 2 = FC = functionele code
De functionele code verwijst naar de internationale classificatie van overheidsfuncties.
Kolom 3 = leeg
(bij uitgaven dient deze voor de codes FSF en OSO) (zie begrotingstabel uitgaven)
Kolom 4 = BFB = organiek begrotingsfonds
Het organiek begrotingsfonds is een fonds waarin bij ordonnantie welbepaalde ontvangsten aan welbepaalde uitgaven worden toegewezen.
Kolom 5 = KS = kredietsoort
Bij ontvangsten = vastgestelde rechten: code DR (of DRF ingeval van een begrotingsfonds)
Kolommen 6 tot 9
- bevatten de geraamde bedragen (in 1000 EUR)
- 0-kredieten worden weergegeven met “-“
- hebben een verschillende indeling naargelang de begrotingsronde
Initiële begrotingen bevatten enkel de kolommen 6 en 7:
- Initiële begroting jaar x - 1
- Initiële begroting jaar x
Aangepaste begrotingen bevatten kolommen 6 tot 9:
- Kolom 6: Initiële begroting jaar x
- Kolom 7: leeg (bij uitgaven dient dit voor wijzigingen in begroting jaar x) (zie begrotingstabel uitgaven)
- Kolom 8: Aanpassing van de begroting jaar x
- Kolom 9: Aangepaste begroting jaar x
-> Kolom 6 + 7 + 8 = kolom 9